Jaloers op wetenschap

Intellectuele eerlijkheid en flexibiliteit
Joepie, ik ben een dikke gehandicapte

Dalilla Hermans, columnist bij De Standaard, maar beroepsmatig eerder pleitbezorger van verontwaardigd woke, schreef het volgende in De Standaard:
Als je vaststelt dat er in je telefoon niet minstens vijf nummers staan van mensen van kleur, vijf nummers van mensen met een beperking, van mensen die neurodivergent zijn, tot de lgbti-gemeenschap behoren of die niet tussen de 25 en 45 zijn, is er een probleem.
Nu staat het wel in de context van organisators, eindredacteurs en nog zo veel meer, maar ik voel me er uitdrukkelijk niet door aangesproken. Als bestuurder bij Uitgeverij Ertsberg ben ik natuurlijk blij met de diversiteit van de auteurs die Karl Drabbe als uitgever weet aan te trekken. Maar ik was nog veel blijer dat toen we onze contactlijsten samen gooiden, er bij hem noch bij mij velden te bespeuren waren waarin huidskleur, sexuele voorkeur, migratie-achtergrond, vakbond of lidmaatschap van een fanfare vermeld stond.
Doet het er toe?
Waarom ben ik dan blij? Omdat dat er anno 2021 gewoon niet meer mag toe doen. Wat kan mij het eigenlijk schelen welke kleur u heeft of wat uw slaapvoorkeuren zijn? Als u tot mijn persoonlijke contacten behoort, is mijn belangrijkste criterium of ik u tof vindt en met u kan opschieten. Als u tot mijn professionele contacten wil behoren, is mijn interesse beperkt tot uw professionaliteit en tot wat u voor mij of ik voor u kan betekenen. Dat eigenbelang wil ik wel toegeven. Maar de rest? Et alors?
Op Knack maakt hoofdredacteur Belt Buntinck zich vrolijk of zorgen (niet altijd duidelijk wat hij verkiest) over mensen die zich druk maken over woke. Hij geeft wel toe dat er inderdaad uitwassen zijn, waarmee je bijna niet anders kan doen dan lachen. Ik behoor tot het kamp dat ergens fundamenteel een probleem heeft met woke. Ten eerste omdat ik, zoals ik hierboven zeg, het eigenlijk niet meer zou mogen uitmaken. Dat ik die zin in de voorwaardelijke wijze moet schrijven, bewijst dat we nog niet allemaal zover zijn en ontkracht dus, toegegeven, voor een stuk mijn stelling.
Twee maal discrimineren maakt het niet goed
Ten tweede vind ik echter dat in zaken zoals dit er voor moet gewaakt worden dat woke gaat om bewustmaking en niet om wraak of herstel. Discriminatie wordt niet weggewerkt, maar net eer betoond, als een meerderheid wordt weggezet omwille van discriminerende kenmerken. Er is an sich niks fout aan een oudere, witte, heteroseksuele man. Als je de samenleving gaat indelen op basis van zulke kenmerken, dan discrimineer je, ongeacht of je jezelf een verheven doel (woke of white power, het doet er niet toe) toedicht.
Als ik een appartement verhuur en zeg “Het maakt me niet uit aan wie ik verhuur maar ik ga toch de voorkeur geven aan gekleurde mensen”, dan krijg ik applaus. Als ik zeg “Ik ben geen racist maar geef de voorkeur aan blanken” heb ik Unia achter me aan. Discriminatie maak je niet goed door zelf te discrimineren. Dat is geen correctie of herstel. Da’s dom gedrag kopiëren.
Don’t care, kijk er gewoon niet naar
Het gaat tegenwoordig zelfs zo ver dat als je tot een meerderheid behoort, je per definitie verdacht bent. De minderheden krijgen de aandacht en beloning. Voor hen zijn er steunmiddelen en subsidies. Ik betreur de minderheid die ooit een meerderheid wordt. En ik heb schrik als het hier gaat om een minderheid die nu actief discrimineert, want ik vrees dat ze daar mee zullen stoppen als ze de overhand krijgen.
Gelukkig ben ik te dik en gehandicapt. Maar troost u, ook de magere valide mensen blijven welkom. I don’t care. Wees gewoon tof en interessant.
Ik hou van de polen

Neen, ik heb geen denigrerende fout gemaakt door polen met een kleine letter p te schrijven. Ik heb het dan niet over onze tot-nu-toch-nog-steeds EU collega’s die je hier het meest in vrachtwagencabines tegenkomt. Ik heb het over de polen die elkaars tegengestelde vormen. Zoals de Zuid- en de Noordpool. De ene met pinguïns en de andere met ijsberen. De ene met ijs op een landmassa en de ander een hoop ijs op water. Maar beiden koud, met veel ijs en beiden bedreigd.
Ze zijn er omdat onze aarde gepolariseerd is. Het magnetisch veld beschermt ons tegen een hoop ongemakken uit de ruimte. De zon schenkt ons energie om van te leven, maar zonder de polen zouden we er aan sterven. De polen geven ons ook richting. Ons kompas wijst ons de richting. En heel bijzonder: ze kunnen van plaats veranderen. Dat zou ons een pak ongemakken opleveren. Het gebeurt gelukkig niet te vaak.
Kortom, ik hou van polarisering. Het geeft richting aan ons leven. Tegenwoordig is polarisering een scheldwoord waarmee iemand een definitief superieur einde wil stellen aan een discussie. ‘U polariseert de boel,’ en voilà, daarmee is het oordeel geveld dat u beter kan zwijgen want anders bent u schadelijk. Criticasters, debatologen, opiniemakers, media, ja zelfs experts worden het zwijgen opgelegd door dit woord dat net zoveel schoonheid verbergt.
De kracht van de retoriek
In mijn klassieke Latijn-Wiskunde-opleiding aan een bisschoppelijk college, benoemde men het laatste jaar nog als de retorica. In al onze taalvakken ging er dan aandacht naar het voeren van debat. De oude Latijnse redevoeringen van bv Catalina staan nog in mijn geheugen gegrift. Dat onze jonge leraar Nederlands ons de kans gaf vrijuit stelling in te nemen over eender welk maatschappelijk thema en die stelling vervolgens met woord en pen te verdedigen, is nog steeds een deugddoende herinnering aan mijn collegejaren.
Voor mij is een meningsverschil en het daaruit voortvloeiende debat, het zout op de aarde die me in staat stelt zelf een mening te vormen. Dat zout mag u trouwens letterlijk nemen. Niks zo smaakloos als een debat of praatprogramma waar geen uitgesproken meningen mogen botsen met elkaar. De fysica doet vandaag haar mooiste ontdekkingen door elementaire deeltjes keihard te laten botsen, maar in het maatschappelijk debat is het zoutloze pensée unique de norm geworden. Als het botst en klettert, dan polariseert men en is men verkeerd bezig, zegt men.
Ik ben het daar dus niet mee eens en ik hoop dat men mij vergeeft als ik daarmee de polen extra spanning oplever. De grote debatten van nu worden telkens mee gevoerd door wetenschappers en vaak zie ik hen zo onwetenschappelijk te werk gaan. Als ze later op fouten in hun vroeger discours verweten worden, doen ze beroep op voortschrijdend inzicht. Volkomen terecht trouwens want wetenschap die stil staat, is dode wetenschap. Dat is de fout die de katholieke kerk lang heeft gemaakt en volgens mij de reden waarom wetenschap en religie vaak nog tegenstanders in plaats van medestanders zijn. Een fout die nu door andere geloofsrichtingen trouwens herhaald wordt.
Gedreven door voortschrijdend inzicht
Voortschrijdend inzicht komt bijna altijd door de vraag ‘klopt dit wel?’. Wetenschap wordt gedreven door de uitdaging van onwetendheid en de drang om die te vervangen door kennis. Het blijft mij daarom een raadsel waarom wetenschappers niet meer open staan voor mensen die hun uitkomsten in vraag durven stellen. Daaruit zouden net de mooiste meningsverschillen moeten ontstaan die leiden tot nieuwe kennis.
Voor mij is het niet anders in het maatschappelijk en dus ook politiek debat. Als de meeste partijen op elkaar gaan gelijken, dan is de overwinning bijna altijd voor de extremen die gewoon anders durven zijn. Gewoon anders is trouwens de titel van een schitterend boek van Marc Noppen, professor in de geneeskunde en CEO van UZ Brussel, die beschrijft hoe hij betere geneeskunde creëert door gewoon te vragen ‘kan dit anders?’.
Politieke herverkaveling nodig na kerntakendebat
Politici weten dit ook wel en maken daardoor de fout om op bepaalde punten gewoon anders te zijn dan een ander. Open Vld koos op een congres ooit voor confederalisme en zwaartepunt bij de regio’s, maar durft nu het woord bijna niet uitspreken omdat dat nu nog het enige is waar ze anders mee kunnen zijn. Tenzij het voortschrijdend inzicht is, maar dat zou ik dan graag weer horen in een tegensprekelijk debat met woord en wederwoord.
Het grote debat wordt echter niet gevoerd en dat is het kerntakendebat. Wat zou ik graag daarin eens de clash der titanen zien die met vurig woord hun wereldbeeld verdedigen. Zonder de dooddoener ‘u polariseert’. Laat het net polariseren, dan weten we eindelijk waarvoor we kiezen. En ja, misschien stellen sommigen dan vast dat de onderlinge verschillen zo klein zijn, dat een herverkaveling in het politieke landschap zich opdringt omdat de breuken van vijftig jaar geleden niet meer de breuken van vandaag zijn. Voortschrijdend inzicht dankzij polarisatie.
Geen haatstraat in het debat
Ik hou dus van polarisatie maar ik haat de haat. Ik heb een mening en ik vind niet dat iedereen die mening moet delen. Ik zoek mijn zakenpartners net uit op kwaliteit en meningen die van de mijne verschillen. Niet om dan altijd tot een complex compromis te komen. Dat bewaart wel de vrede, maar dan zit je vaak in de grijze, grote massa. Maar als de ene de andere kan overtuigen met argumenten, dan ontstaat een sterk front.
Om dat te bereiken is er echter één element nodig in de discussie: respect. Ik hou van mijn mening en ik vind het fijn als men dat respecteert. Respect is trouwens totaal iets anders dan instemming. Respect creëer je trouwens het best door zelf respect te tonen voor andere meningen, zonder dat je het er mee eens bent. Ik heb zelf oppositieleider geweest in een gemeenteraad en tijdens de zitting ging het ar nog al wel eens hard aan toe. Na de laatste hamerslag verhuisden we van het gemeentehuis naar gelagzaal ‘oud gemeentehuis’ en dronken we samen en lachten we om de beste opmerkingen. Dat kon omdat er respect was voor elkaar.
Polarisatie is voor mij dus geen probleem, maar eerder een deel van de oplossing. Leren met elkaar van mening verschillen met respect, dat ontbreekt. Goh, wat mis ik mijn leerkracht Nederlands uit de retorica. Hij zou het wel eens met een paar stevige woorden er kunnen in kloppen. Dat besefte ik 30 jaar geleden nog niet, maar nu wel. Voortschrijdend inzicht, weet u wel…
Leve de onwetendheid

Wetenschap wordt gedreven door onwetendheid. Moesten we immers denken dat we alles al weten, dan zouden we stoppen met zoeken. Het is net omdat een wetenschapper weet dat hij iets nog niet weet, dat hij hypothesen gaat formuleren en theorieën gaat ontwikkelen, in de hoop dat hij in de eerste plaats een hoop peers vindt die geloven dat zijn veronderstellingen kloppen. Eenmaal dat de wetenschapper antwoorden vindt, moeten anderen valideren dat het antwoord klopt. Wetenschap is dus niet enkel weten-schap, maar ook onweten-schap.
I rest my case
Ik zou dolgraag advocaat zijn in de VS om deze beroemde zin opnieuw en opnieuw te gebruiken, maar nu ben ik hem tegen gekomen in een filmpje waar ik als antwoord gewoon amen op zeg. Wie mij kent, weet dat ik hou van het feit dat voor mij religie en wetenschap geen tegengestelden zijn, maar verschillende vensters op dezelfde waarheid.
De één geeft meer antwoordt op hoe-vragen, de ander zoekt meer naar waarom en samen geven ze een coherent antwoord. Ze hanteren daarbij verschillende methodes en daar loopt het vaak mis: als je in het ene vakgebied te werk gaat met gereedschappen uit het ander vakgebied.
Vaak laat ik me daartoe wel verleiden en probeer ik wetenschap en geloof te mengen, vaak tot mijn eigen tevredenheid. Ook wanneer ik de raag krijg om bepaalde zaken te bewijzen uit het Boek van Mormon. Maar nu zag ik net een filmpje dat het zoveel beter zegt dan ik, zodat ik enkel nog amen zeg.
Zelf nodig zijn
OK, ik ben een blogger, dus er moeten dingen op mijn blog verschijnen, ook al zijn de woorden tegenwoordig met één vinger ingetypt. Ik ben blijkbaar de som van mijn eigen geschiedenis en ik werk het beste als ik kan typen. Dat helpt me mijn gedachten ordenen, zelfs al gaat dat veel trager dan vloggen. Dus bij deze eindelijk weer eens aan het bloggen. Het grote voordeel is nu voor de trage lezers onder jullie omdat nu veel trager geschreven wordt.
Wel, tijd dus om jullie te laten weten hoe het met me gaat, enkele maanden na mijn hersenbloeding. De situatie nu is dat er blijvende schade is in mijn hersenen: de bloeding heeft een stuk van motorisch centrum links vernield, wat dus de problemen met mijn rechterhand verklaart. Rechts mis ik nog steeds heel wat kracht in de pols en vingers en fijne motoriek is quasi onbestaande.
Kerstboodschap: ban de ergernis
Bekijk mijn vlog om te weten hoe het met mij gaat en beluister zeker mijn kerstboodschap die gebaseerd is op mijn ervaringen na mijn hersenbloeding en gaat over ergernissen en liefde.
Hoogtes en laagtes maar tijd voor verkiezingen
Het was een week die niet altijd even vlot ging, niet voor mij maar ook niet voor de regering.
Help, mijn hersenen bloeden
Drie weken geleden werd ik plots getroffen door een hersenbloeding. Mag ik dan even boos zijn op God?
Dag van de adoptie: adoptie in plaats van abortus
Gelukkig was er wat aandacht op het nieuws, of de dag van de adoptie zou onopgemerkt voorbij gaan. Er zijn immers al zoveel “dagen van”, maar deze vind ik nu toch wel bijzonder. Ik heb altijd al met bijzondere gevoelens aan adoptie gedacht en het is de moeite waard om ieder jaar eens blijven bij stil te staan.
Deze keer wil ik zelf eens bijzonder adoptie in de kijker zetten als optie voor wie er misschien niet aan denkt om aan de gevende kant te staan, vooral als je in een situatie zit waarin je wel denkt aan abortus. Ik kan me niet in de plaats van iemand stellen die een abortus moet overwegen en ik troost mezelf nog altijd met de gedachte dat abortus voor geen enkele jonge moeder een gemakkelijke keuze is, althans dat hoop ik toch.