Dit is een dag: een extra blik op de EO uitzending over mormonen

PIN
Een blik achter de schermen bij de mormonenOnlangs werd op de Evangelische Omroep in het programma “Dit is de dag” (noot: de uitzending is enkel te bekijken in Nederland of voor de slimme Vlaming met een VPN connectie naar Nederland) een buitenlandse reportage uitgezonden over de mormoonse zendeling Josh Field. De subtitel “Een blik achter de schermen bij de mormonen” suggereert dat men door één jongeman te volgen, men een beeld heeft van alle mormonen.   Men mag ook niet uit het oog verliezen dat een reportage altijd gekleurd is door de bril van de reportagemaker. Ik stel niet dat deze mevrouw het doel had de mormonen an sich in een vreemd daglicht te stellen, maar het was wel duidelijk dat ze weinig begrip kon hebben dat iemand zijn leven in het teken van geloof stelt.   Daarom denk ik dat het goed is om als mormoon ook een een blik op het scherm te werpen en aan te vullen of zelfs te corrigeren waar de reportage volgens mijn bescheiden mening te kort schoot of uit de bocht ging.

1. Moeten Mormonen op zending gaan?

  Mormoonse zendelingenEr is een verschil voor jongens en meisjes. Mannen krijgen in De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen (de juiste, correcte en officiële benaming van de kerk – vaak dus ook gewoon de mormoonse kerk genoemd) het priesterschap. Van priesterschapsdragers wordt verwacht dat indien ze het geestelijk en lichamelijk aankunnen, ze op jonge leeftijd – vanaf 18 jaar – gedurende 24 maanden op voltijdszending gaan. Voor meisjes is er niet zulke verplichting, maar ze kunnen gedurende 18 maanden op zending gaan vanaf hun 19 jaar.   Het woord verplichting klinkt misschien zwaar in deze context. Ja, het is een onderdeel van de priesterschapsplichten om op zending te gaan. Dagelijks bidden, schriften lezen enz… behoren ook tot de mormoonse plichten. Niet op zending gaan heeft echter geen rechtstreekse consequenties. Je wordt niet uitgesloten of beperkt in je priesterschap of zo… Dat neemt niet weg dat de sociale druk binnen de mormoonse gemeenschap groot is. Jongens die niet op zending gaan, zullen altijd anders bekeken worden. Meisjes zingen reeds op jonge leeftijd dat ze hopen later te trouwen met een teruggekeerde zendeling.   Mormoonse zendelingen op leeftijdMannen (en vrouwen) die zich op latere leeftijd bekeren tot het mormonisme, hebben die verplichting niet. Er wordt wel gevraagd aan oudere koppels (die bv op pensioen zijn) of zij het zien zitten ook op zending te gaan. Dat zijn dan wel geen zendingen meer zoals de jongelui. Zij worden vaak gevraagd in ondersteunende functies, bv om jongeren te helpen met hun huisvesting, maar ook om te helpen met genealogie (waar Mormonen ook sterk in zijn) of met tempelwerk.   In de uitzending die je dat Josh het moeilijk heeft gedurende de eerste weken. Is dat zo abnormaal of slecht? Ik denk dat menige jongeman tijdens zijn legerdienst ook traantjes heeft gelaten de eerste weken, terwijl anderen blij zijn dat ze van huis weg zijn. Je mag niet vergeten dat Mormonen enorm veel waarde hechten aan het gezinsleven en dat het voor die achttienjarigen dus vaak de eerste keer is dat ze echt weg zijn van huis en dan dadelijk voor twee jaar.   The Best Two YearsDe zending heeft ook vele goede kanten. Bijna alle zendelingen die ik ken, hebben mixed feelings op het einde van hun twee jaar. Blij om terug bij vrienden en familie te zijn, maar ze gaan ook een fantastisch moment in hun leven afsluiten. Mormonen noemen hun missie vaak hun “best two years ever”. Geen wonder dat er een film is die zo noemt.   Jongelui leren tijdens die zending discipline en ijver. Het verwondert me niet dat je zoveel Mormonen terug vindt in de business wereld. Lees maar eens het boek “The Mormon Way of Doing Business” over negen succesvolle zakenlui. Of het artikel van deze zakenman, Josh Steimle, die internationaal kon uitbreiden dankzij zijn zendingservaringen.   Conclusie: ja, jongens worden verwacht op zending te gaan en ja, het is soms hard, maar het gezegde luidt “ze vertrekken als jongens en komen terug als mannen”.  

2. De Mormonen vormen een gesloten groep

  Zijn wij gesloten? Ik vind alvast van niet. We zijn duidelijk geen sekte. Onze kerken staan open voor iedereen. Iedereen is elke zondag welkom om alles mee te maken, van de avondmaalsdienst tot en met alle lessen in de zondagsschool en de samenkomst van de broeders in het priesterschap of de zusters in de ZHV-bijeenkomst. Hé, we hebben zelfs iedere tweede zondag van de maand het initiatief van open huis en breng een vriend mee. Na de diensten hebben we dan een munch & mingle: wat eten en gezellig praten.   Tijdens de uitzending wordt gezegd “unieke kans om deze beelden te tonen”. Zever in pakskes! Ze tonen op dat moment een dansavond. Als een reporter daar graag wil komen filmen, laat ze het dan gewoon vragen. Niks geheimzinnig aan. Wil je graag eens bij zo’n avond aanwezig zijn? Vraag het hier en nu en ik zorg er voor. Met veel plezier zelfs. Of één van onze andere avonden, zoals bijvoorbeeld een quiz avond of zoals eerstdaags dat we samen Thanksgiving vieren? Allemaal welkom.   Den Haag tempelEr is één plek waar je niet zomaar binnen gaat en dat is de tempel. Eenmaal dat gebouw ingewijd is, is het voor ons de woonplaats van God. Dat is voor ons de plek waar we zo dicht als mogelijk in dit aardse leven bij onze Hemelse Vader kunnen staan. Zou jij bij God willen komen als je gelooft dat je onwaardigheid je zou doen verschrompelen in Zijn majesteuze aanblik? Hier kan je mee lachen, maar dat is gewoon een kwestie van geloof.   Tempels zijn voor ons heilige plaatsen waar we heilige verordeningen of rituelen vervullen. Zijn die geheim? Neen, maar ze zijn wel heilig en we praten daar niet over buiten de tempel, zelfs niet mer andere Mormonen.   Tempels zijn dus de enige plaatsen die we afschermen. Het is zelfs niet voldoende dat je gewoon lid bent van onze kerk. Je moet aan alle normen beantwoorden en dan pas krijg je toelating om in de tempel binnen te gaan. Het is een streven van iedere Mormoon om tempelwaardig te zijn omdat het gelijk staat aan je best doen om te slagen in dit leven en waardig naar de volgende fase in ons eeuwig bestaan te gaan.   Binnenkant Mormoonse tempelEn dat afschermen is relatief. In de uitzending wordt gesuggereerd dat men uitzonderlijke beelden van in de tempel laat zien. Opnieuw larie en apekool. Je kan van iedere tempel foto’s van het interieur online vinden. Het is zelfs zo dat wanneer een tempel gebouwd wordt en voor dat hij ingewijd wordt, er open dagen worden georganiseerd. Dan worden er gedurende tientallen dagen rondleidingen gegeven waar iedereen, ook niet-mormonen, van harte welkom zijn.   Vormen we een gesloten gemeenschap? Een beetje wel. Mormoon zijn is meer dan op zondag naar de kerk gaan. Het gaat om een christelijke levensvisie die je helemaal doordringt en die je anders op het leven laat kijken. Dat zorgt er voor dat we wel enigzins anders zijn dan anderen, waarmee ik niks ten kwade bedoel. Maar dat heeft ook tot gevolg dat we natuurlijk wel graag mekaars gezelschap opzoeken.   Mormonen hechten veel belang aan familie maar ook aan de gemeenschap. We zorgen voor mekaar. We hebben een systeem waarbij iedereen telkens per twee verantwoordelijk is voor andere gezinnen. Als Mormoon waak je dus over anderen zowel als er door anderen over jou gewaakt wordt. En dat waken is niks negatiefs als van “in de gaten houden”, maar wel in de zin van beschermen.   mormoons huisonderwijs cartoonZo zullen de huisonderwijzers en huisbezoeksters (om een beetje mormon lingo te gebruiken) het snel weten wanneer bv iemand in het ziekenhuis ligt. Dan wordt er meteen gezorgd dat er maaltijden worden gekookt, de was wordt gedaan, de zieke wordt bezocht,… kortom, alles wat nodig is om mekaar te helpen.   Zoiets schept een band die voor buitenstaanders misschien als gesloten kan ervaren worden. Het is een sterke band, maar het is een open band. Vraag het maar aan nieuwe leden hoe snel zij deel uitmaken van deze band.   Conclusie: mormonen vormen een hechte gemeenschap, maar staan zeer open voor anderen. Je bent overal welkom, enkel in de tempels hanteren we een hoge standaard voor wie er binnen mag.  

3. Geen contact met familie gedurende twee jaar

  Ook hier stelt men weer een halve waarheid anders voor. Zoals ik al zei, gaan jongens twee jaar op zending, dus twee jaar weg van huis. Ja, het klopt dat ze in die twee jaar niet even terug naar huis gaan om de paar maand. Dat zou veel geld kosten en zou voor velen telkens opnieuw het afscheid hard maken. Op zending gaan betekent dat je twee jaar van je leven aan God geeft, niet aan  je familie of vrienden.   Zendelingen krijgen graag postMaar er is wel contact. Eén keer per week hebben zendelingen vrijaf: P-day of preparation day. Tijdens dat moment hebben zendelingen de tijd om boodschappen te doen, culturele zaken te bezoeken zoals de stad waar ze verblijven én tijd om te emailen met familie en vrienden. Van zendelingen wordt zelfs min of meer verwacht dat ze wekelijks contact houden met hun ouders via email. Een zendeling kijkt uit naar die P-days. Een brief of een email krijgen is één van de mooiste geschenken voor een zendeling.   sister-skypeEn twee keer per jaar is het contact intensiever en quasi live: dan mogen ze skypen (of facetimen) met hun familie. Op Kerstmis en op moederdag hebben ze afhankelijk van de instructies van hun zendingspresident een half uur tot een uur de tijd om met hun familie te praten.   Aangezien ik hier thuis een vrij goede internetconnectie heb, zijn dat altijd momenten die we vrijmaken om de zendelingen de kans te geven van onze infrastructuur gebruik te maken. Ik heb dus al heel wat van die momenten meegemaakt. Sommigen huilen, velen zijn opgewonden en enkelen hebben zoiets van “och, ik zie je binnenkort toch weer genoeg”. Het zijn alvast gouden momenten voor de meeste zendelingen.   Maar het is dus waar dat ze in tegenstelling tot wat de normale wereld gewoon is, niet elke dag tien keer texten met het thuisfront of uren aan telefoon hangen met vrienden. Ze zijn op zending, dus ze wijden hun tijd volledig aan God.   En stel dat er iets gebeurt op het thuisfront: iedere ouder heeft het GSM nummer van de zendingspresident van zijn/haar zoon/dochter op zending. De zendingspresident kan altijd besluiten dat er dringend meer contact nodig is. Stel dat er een familielid sterft, dan zal met iedereen bekeken worden wat het beste besluit is. Het zal u misschien verbazen, maar de meeste zendelingen kiezen er samen voor met hun familie om op zending te blijven en niet naar huis te gaan. Dat klinkt misschien hard, maar vergeet niet dat wij geloven dat we na onze dood terug herenigd worden met onze familie. We treuren en rouwen om een geliefde die sterft, maar we hebben een lichtpunt aan de horizon.   Conclusie: de bewering klopt niet. Zendelingen hebben wel degelijk contact met het thuisfront, maar in beperkte mate.  

4. Dopen voor doden

  Dit klinkt altijd bizar als je dat voor de eerste keer hoort. Sommige mensen vragen mij soms zelfs of wij doden opgraven om hen te dopen. Neen dus, het gaat om plaatsvervangende dopen. Je vindt trouwens heel wat achtergrond over dit onderwerp op mormon.org.   Johannes doopt JezusDe redenering achter deze praktijk is terug te vinden in de Bijbel. Jezus heeft duidelijk gezegd dat niemand tot God kan komen tenzij door de doop met water (de doop dus) en vuur (de gave van de Heilige Geest door handoplegging). Iedereen kent wel het verhaal uit de Bijbel waar Jezus zich liet dopen door Johannes de Doper. Johannes weigert eerst en zegt dat hij gedoopt moet worden door Jezus, maar Jezus dringt aan en zegt duidelijk dat het nodig is voor de gerechtigheid (Matteus 3:13-17). Als het dus nodig is voor de Zoon van God, is het zeker nodig voor iedereen. Dat komt nog op andere plaatsen terug in de Bijbel.   Als je dus gelooft dat de doop nodig is en je gelooft, zoals iedere religie, dat onze religie de enige is met het nodige gezag (het priesterschap) om te dopen, wat doe je dan met al die mensen die geleefd hebben zonder ooit gehoord te hebben van het herstelde evangelie of ergens wonen waar ze de kans niet krijgen om gedoopt te worden? Dat zou pas onrechtvaardig zijn dat ze de kans niet zouden krijgen om “in de hemel te komen”.   Doopvont in een mormoonse tempelDus treden wij in de plaats van de overledene. Wij gaan voor hen het water in, maar door openbaring weten we dat de vrije keuze die Hemelse Vader aan iedereen gegeven heeft, nog altijd op de eerste plaats komt. De overledene beslist in het hiernamaals zelf of hij dit geschenk aanvaardt of niet. Ook in het hiernamaals wordt er geëvangeliseerd en heeft iedereen die de kans nog niet gekregen had, de keuze om Jezus te volgen of niet. Deze doop voor doden gebeurt trouwens enkel in een tempel.   Daarom zijn Mormonen ook zo actief met genealogie. We zoeken onze voorouders omdat we in de eerste plaats voor hen in de plaats willen treden. Zoals altijd heb je overal overijverige mensen dus ja, het is al gebeurd dat mensen zich lieten dopen voor iemand waarmee ze geen band hadden, maar dat is tegen de richtlijn van de kerk. En dan nog: als Anne Frank de doop niet wil, is er nog niks aan de hand.   Conclusie: je kan dopen voor doden raar vinden, maar wederom heeft het puur met geloof te maken. Als je gelooft dat de doop nodig is om het eeuwige leven te krijgen, dan is het maar logisch dat er een manier is dat iedereen de kans krijgt.  

5. Het witte handboek

  Missionary HandbookJa, het witte handboekje bestaat en iedere zendeling heeft er een exemplaar van. Het staat vol met do’s and dont’s. Iedere zendeling wordt geacht deze regels te kennen, te begrijpen en te volgen.   Je kan ze negatief bekijken en ze beperkend vinden, of je kan ze positief bekijken en zien dat ze bedoeld zijn om te beschermen. Mormonen zeggen wel eens “voor iedere regel in het witte handboek bestaat er een domme zendeling”. Ik denk dat veel regels er gekomen zijn omdat sommige zendelingen – net zoals iedere jongere – wel eens stommiteiten uithaalt, zeker omdat ze nu eenmaal niet onder het oog van hun ouders of leerkrachten leven.   Zo is er bijvoorbeeld de regel dat een zendeling niet mag vliegen met het privevliegtuig van een lid of van iemand die ze bezoeken. Klinkt idioot, maar ik ga er van uit dat het vroeger al wel eens is gebeurd met nare gevolgen vandien.   Het is ook beschermend omdat er spijtig genoeg mensen zijn met minder goede bedoelingen. We willen deze jongeren graag heelhuids terug bij hun ouders krijgen na hun zending. Al was het maar omdat sommige mensen menen dat het een lucratief zaakje is als ze de kerk kunnen aanklagen voor iets wat een zendeling heeft uitgespookt.   Het zou mij bijvoorbeeld niet verwonderen dat in een volgende versie een regel staat dat zendelingen niet met waterballonnen mogen spelen. Toen ik zendingsleider was, kreeg ik te horen van een straffe stoot van de zendelingen in Gent. Ze hadden er niet beter op gevonden om waterballonnen te vullen en vanop het balkon van hun appartement op de tweede verdieping ze naar beneden te laten vallen. Eén van die ballonnen viel echter op de voorruit van een auto en in plaats van gewoon een kapotte ballon, viel de ganse ruit in duigelen naar binnen. Eén geluk bij een ongeluk: het was de auto van de zending zelf. Maar ze hebben toch maar naar huis kunnen bellen voor extra geld want ze waren uiteraard wel zo eerlijk om op te draaien voor hun schavuitenstreek.   Dus staat het handboek ook vol met goede raad die voor sommigen evident is en voor anderen niet. Zendelingen zijn immers ook het gezicht van onze kerk, ze vertegenwoordigen onze kerk en ze vertegenwoordigen Jezus Christus. Dus zijn er ook normen opgesteld, onderandere over kleding.   Ja, er staat in het handboek dat jongens altijd in kostuum moeten zijn met wit hemd, das én sokken. Ja, er staat ook ind at ze deodorant moeten gebruiken. Zeg nu eerlijk, zou u een zendeling bij u binnen laten waar een geurtje aan zit. En wederom overdrijft de uitzending door te zeggen dat er zou in staan welke deodorant ze moeten gebruiken. Er staat gewoon in dat men deo moet gebruiken, punt.   Conclusie: het witte handboek bestaat en bevat een pak regels ter bescherming en met normen. Maar ze dienen een duidelijk doel en bevatten regels die allemaal logisch zijn als je er bij stilstaat.  

6. De opleiding duurt maanden

  Provo MTCHet opleidingscentrum noemt in mormon lingo het MTC oftewel Missionary Training Center. Iedere zendeling begint daar aan zijn zending. Ze leren daar in de eerste plaats hoe men zendeling wordt. Hoe spreek je mensen aan? Wat zijn de regels van het witte handboek? Hoe help je anderen tot Christus te komen? Hoe help je anderen door dienstbetoon.   De meeste zendelingen leren daar ook een andere taal. Veel zendelingen worden naar een gebied gestuurd waar men een andere taal spreekt dan de eigen moedertaal.   Zendelingen die geen nieuwe taal moeten leren, verblijven drie weken op het MTC. Als je een nieuwe taal leert, is dat zes weken. Sommige ingewikkelde talen zoals Chinees vragen nog iets meer tijd. Maar het is dus geen maanden. Dat is niet nodig, want het is niet dat zendelingen moeten gehersenspoeld worden. Uiteindelijk dienen zendelingen enkel maar anderen uit te nodigen en informatie te geven. Bekeren doen ze niet, dat lukt enkel door de Heilige Geest. Daarom dat zendelingen u nooit vragen hen te geloven, maar zelf te bidden en aan Hemelse Vader te vragen of wat we vertellen waar is of niet.   En ja, zes weken is héél weinig om een andere taal te leren. Je kan een groentje dus snel onderscheiden van een meer ervaren collega door gewoon te luisteren. En eenmaal als je dat weet, zal je misschien in bewondering staan hoe snel deze jonge mannen en vrouwen een nieuwe taal leren.   Conclusie: de opleiding duurt een paar weken en geen weken van indoctrinatie, zoals de uitzending suggereert.  

7. Is een zendeling nooit alleen?

  Het antwoord is: ja, dat klopt. Volgende vraag…   missionary-cartoonOh, iets meer uitleg? OK, dat kan. Een zendeling wordt inderdaad geacht nooit alleen te zijn. Zijn of haar collega moet altijd in het gezichsveld blijven. Enkel de badkamer/WC is prive terrein. Slapen doet men inderdaad in dezelfde kamer.   De reden? Bescherming. Bescherming tegenover anderen en tegenover zichzelf.   Zoals ik al zei, er zijn mensen met minder goede bedoelingen. Ik heb het als zendingsleider al meegemaakt dat zuster zendelingen ergens binnengaan en plots omgeven worden door 10 man. Ik wil er niet aan denken wat er gebeurd zou zijn als ze daar alleen waren. Om die reden trouwens mogen zusters, zelfs al zijn we met twee, alleen op bezoek bij een man alleen of elders mogen niet alleen op bezoek bij een vrouw. In zulke gevallen wordt er altijd minstens één lid van de plaatselijke unit meegevraagd.   Met twee sta je sterker, niet alleen fysiek maar ook geestelijk. Jezus getuigde dat waar twee of meer samen zijn in Zijn naam, Hij aanwezig zou zijn. Jezus heeft zelf geboden dat zendelingen twee aan twee in Zijn naam zouden prediken.   Maar laat ons niet hypocriet zijn: het is ook een vorm van controle. Zendelingen hebben zich aan normen te houden en je collega is diegene die je daar bij helpt en controleert. Wederom, vergeet niet dat zendelingen vertegenwoordigers zijn van Jezus. Zou jij een zendeling vertrouwen die losse handjes zou hebben naar het andere geslacht? Of die er bij zou lopen in een familie flodder broek? Het zijn en blijve jonge mensen die plots het ouderlijk nest hebben verlaten en niet meer onder directe controle staan. Dus is er een systeem van wederzijdse controle. Ook dat is bescherming.   In de uitzending focust men hier nog al op, ook door telkens de public relations man uitdrukkelijk in beeld te brengen. Is er altijd een controleur bij de zendelingen? Neen, zeker niet. Ook niet indien ze op TV zouden komen. In België zijn er de laatste jaren al een paar TV uitzendingen geweest waar je zendelingen zag zonder dat er iemand bij was (bv Koppen of Ja Jan). Als er dus in dit geval iemand bij was, was het waarschijnlijk omdat men uit de eerste gesprekken met de reporter had gevoeld dat er een zekere achterdocht was.   Ik heb zelf twintig jaar in de politiek gezeten en dikwijls ondervonden dat journalisten getraind zijn om jouw dingen te laten zeggen die je liever anders had gezegd en – nog erger – woorden die je hebt gezegd uitknippen en uitvergroten en zonder begeleidende context iets anders suggereren. Ik vind het dus niet abnormaal dat de kerk bij jongeren die daarmee geen ervaring hebben, iemand achter de hand (of het hoekje) houden om te helpen waar nodig.   Ik ben zelf verschillende keren geïnterviewd door media sinds ik mormoon ben geworden. Nooit was daar een Public Relations verantwoordelijke bij. Zelfs niet toen ik nog niet eens een jaar gedoopt was. Ik heb daar ook nooit om gevraagd. Ik denk zelfs dat de kerk mij verschillende keren naar voren heeft geschoven omdat ze wisten dat ik media ervaring heb en dus weet hoe ik met journalisten moet omgaan.   Conclusie: zendelingen zijn inderdaad nooit alleen. Ze worden beschermd door hun collega. Dat er hier altijd iemand van public relations aanwezig was, lijkt me maar normaal als ik de vijandigheid van de reportage bemerk.  

8. Betalen Mormonen zelf hun zending?

  Ja, een zending wordt deels door de zendeling zelf betaald. Maar het is maar een deel van de werkelijke kost. Alle zendelingen betalen wereldwijd trouwens dezelfde bijdrage per maand, ongeacht of ze nu in een duur gebied zoals Tokio zitten of op een plek waar huisvesting en voedsel goedkoop is. Alle bijdragen gaan samen in één pot die aangevuld wordt door de kerk (die trouwens leeft dankzij de bijdragen van de leden zelf) en de kerk betaalt voor de onkosten zoals huisvesting, vervoer enz…   Mormonen sparen voor hun zendingVeel jongelui sparen al van jongsafaan en doen vakantiejobs om hun zendingsbijdragen te verdienen. Vaak springen ouders ook nog bij. Maar in heel veel gevallen springen de broeders en zusters lokaal ook nog bij als het om een gezin gaat waar de middelen ontoereikend zijn.Laat ik het zo stellen: er zal nog nooit iemand van een zending moeten thuis blijven omwille van financiële redenen.   Een tweejarige zending kost ongeveer 7000 euro aan bijdragen. Dat lijkt veel maar een jongere die thuis woont of studeert kost ook geld. Ik denk dat weinig mensen zullen erkennen dat ze met 285 euro per maand onderdak, voedsel, verwarming en vervoer hebben.   Conclusie: ja, zendelingen betalen een bijdrage, maar eigenlijk is dat niet meer of minder dan een deel van de onkosten van het leven betalen. Iedereen moet eten, ook als je nog thuis zou zijn.  

9. Mormoonse zendelingen hebben nooit vrijaf

  Wederom niet helemaal correct. Zendelingen hebben inderdaad een strikt schema. Ze staan vroeg op, sporten, ontbijten en spenderen dan een heel stuk van de voormiddag aan individuele schriftstudie, gezamelijke studie en taalstudie. Vervolgens gaan ze de baan op en gaan ze op bezoek bij mensen waar ze meer kunnen vertellen over het herstelde evangelie of gaan ze op zoek naar mensen die interesse hebben in deze boodschap.   Dat doen ze 365 dagen per jaar. Maar ze hebben wel een rustpunt. Eén keer per week hebben ze P-day (zie ook bij punt 3). Hun voormiddag is nog steeds studiegewijs hetzelfde, maar daarna zijn ze “vrij”. Ze gebruiken die tijd voor boodschappen en zo, maar ook voor bezoeken aan de stad waar ze verblijven. Ook op P-day blijven ze weg van licht entertainment. Ze gaan niet naar de film of concerten of zo. ’s Avonds hernemen ze dan weer hun zendingsopdracht.   Dinner AppointmentEr zijn natuurlijk nog andere rustpunten. Veel mormoonse leden zetten hun deur open voor zendelingen om hen samen met het gezin te laten eten. Veel mormoonse ouders denken aan hun eigen kinderen en hopen dat later iemand hen tenminste één keer per dag een deftige maaltijd zal serveren. Voor zendelingen zijn dit momenten dat ze ook hun batterijen eens kunnen opladen, eens kunnen plezier hebben en hun verhalen delen met hun broeders en zusters. Maar zelfs tijdens zo’n dinner appointment zijn ze zendeling: ze zullen altijd een geestelijke boodschap delen met de leden en hen helpen met hun verdere geestelijke ontwikkeling.   Conclusie: ja, een zending is twee jaar keihard werken. Eén keer per week is er een rustmoment en de boog staat niet altijd even hard gespannen, maar het is zeker geen plezierreisje.  

10. Het magische ondergoed van Mormonen

  Om te eindigen met een onderwerp dat vaak terugkomt: ja, wij dragen ondergoed dat een speciale betekenis heeft voor ons. Iedere religie heeft zijn symbolen. Priesters in veel christelijke kerken hebben hun witte boord en gewaden. Joden hebben hun keppeltje. Wij hebben onze temple garments.   Wederom is dit een gevoelig punt voor Mormonen. We worden er vaak raar om bekeken terwijl het voor ons verband houdt met heilige beloftes die we in de tempel maken. Daarom is het niet voor iedereen even gemakkelijk om hier over te praten en doen we dat liever niet. Sacred but not secret.   Conclusie: ja, wij hebben ook onze religieuze symbolen. Voor wie meer wil weten, ik heb hier al eens uitvoerig over geblogd. Er staat zelfs een video zodat je kan zien hoe ze er echt uitzien.  

Een echte blik achter de schermen

  Ik juich ieder programma toe dat meer vertelt over ons geloof. Ik ben een gelukkige Mormoon en ik laat dat graag blijken. Iedereen is uitgenodigd om zelf te kiezen of ze hier meer over willen weten of willen aan deelnemen. Zulke programma’s helpen, maar houden ook het risico in dat ze informatie deels brengen of slechts vanuit een bepaalde visie. Ik hoop dan ook dat met deze tekst een pak misverstanden is rechtgezet.

Ontdek meer van GeensZins

Abonneer je om de nieuwste berichten in je inbox te ontvangen.

Ontdek meer van GeensZins

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder