1

Welzijnswerk is leren op eigen benen staan

Posted by David on 04/01/2017 in Mormonen |

Hebt u deze week ook het nieuws gezien dat een voedselbank in Mechelen stopt, omdat volgens hen de armen te kieskeurig worden en zelfs ondankbaar zijn? Toen ik dat hoorde, was mijn eerste reflex “dan ben je niet echt arm en heb je geen nood aan welzijnswerk, anders aanvaard je dat met open armen”. Door echter verder na te denken over dit probleem, schaam ik me nu voor die eerste reactie. Er komt veel meer bij kijken.

 

Ik kan allereerst eigenlijk wel de situatie begrijpen. Als je dieper in dit verhaal kijkt, dan leer je dat deze voedselbank (en vele anderen) werken met vaste pakketten. De vrijwilligers bepalen wat er in de pakketten terecht komt. Eigenlijk gebeurt er zo een dubbele filtering: er is in de eerste plaats maar te verdelen wat er binnenkomt en in de tweede plaats kiest iemand anders wat volgens hen goed is voor jou.

 

Armen zijn geen onwetende sukkels, maar mensen met recht op zelfbeschikking en meer dan voldoende menswaardigheid om te mogen kiezen. Ik hoor sommigen al denken “honger is de beste saus”, maar ik zou echt al bijna stervensdood moeten zijn voor je mij koetong kan laten eten. En los daarvan, is het echt welzijnswerk als we armen virtueel fois-gras-gewijs in hun strot rammen wat wij vinden dat ze moeten eten?

 

Toen ik het opiniestuk van Bert D’hondt las, was ik het met verschillende stukken van zijn betoog niet eens, maar wel volmondig met het volgende:

Wie in armoede leeft is geen overschotmens. Ze maken integraal deel uit van onze samenleving en verdienen dezelfde rechten en kansen.

Mensen in armoede die een beroep doen op voedselhulp, kennen zelf hun situatie het best. Betrek hen dan ook bij de organisatie.

 

Welfare SquareDit deed me denken aan één van de meest inspirerende bezoeken die ik bracht in Salt Lake City vorig jaar met mijn gezin: het Welfare Square van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Sta me toe even te schetsen wat daar gebeurt.

Welzijnswerk van de mormonen: zelfredzaamheid staat centraal

 

Het hele welzijnswerk van de mormoonse kerk draait om één basisbegrip uit de mormoonse leer: zelfredzaamheid. U en ik hebben vroeger ooit wel de spreuk geleerd “geef een arme een vis en hij heeft één dag te eten; leer hem vissen en hij kan elke dag eten”. Dat is zelfredzaamheid.

 

Welzijnswerk StorehouseHet Welfare Center is een plek waar mensen in nood terecht kunnen. Er is bijvoorbeeld een voedselwinkel – de bisshop storehouse. Hulpbehoevenden mogen daar gratis inkopen doen. Niet dat zo zomaar hun winkelwagentje kunnen vullen met wat ze willen. Iedereen heeft eerst een gesprek met zijn bisschop 1. Op basis van dit gesprek bepalen ze samen wat de noden zijn en krijgt de hulpbehoevende een formulier mee, waarop aangeduid staan welke producten nodig zijn voor dit gezin.

 

Dat gebeurt dus in overleg met input van beide kanten. Zo kan een bisschop er bijvoorbeeld op wijzen dat gesuikerde cornflakes best wel eens kunnen als ontbijt voor de kinderen, maar dat er meer nodig is om een gezonde voeding op te stellen voor het gezin. Omgekeerd kan er dus best ook genoteerd worden dat bijvoorbeeld melk niet nodig is, omdat er in het gezin iemand is met lactose intolerantie.

 

Maar het gaat verder dan dat. De producten in die winkel komen grotendeels niet van overschotten, maar worden geproduceerd door de kerk zelf. De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen beschikt zelf over boerderijen, boomgaarden, velden enz… Die worden uitgebaat door vrijwilligers, jonge en oudere zendelingen samen als dienstbaarheid in welzijnswerk. Maar ook samen met hulpbehoevenden zelf. Er wordt zo oa gekeken of het geen nuttige werkervaring is voor de hulpbehoevenden. Misschien leert hij of zij zo een job waarmee men later aan de slag kan in de privé sector.

 

Welfare Square: voorbeeld van modern welzijnswerk

 

Welzijnswerk op Welfare SqaureAls je het Welfare Square bezoekt, volg dan de tour die gratis aangeboden wordt. Zo zal je onder andere zien hoe er ter plekke kaas wordt gemaakt. Of brood wordt gebakken. Allemaal vrijwilligerswerk, aangevuld met mensen die ook gebruik maken van het systeem en zo er een job leren. Want ook dat is een deel van het welzijnswerk van de kerk: helpen om op eigen benen te staan.

 

Zo vind je op Welfare Square ook een job center. Een plek waar de VDAB ook eens les kan gaan volgen. Ze helpen je er niet alleen een job zoeken, maar zoeken ook met jou uit wat er moet gebeuren om in aanmerking te komen voor een job. Zo was ik overdonderd toen ik zag dat er iemand een aan bureau zat met als titel “first impressions director”. Je kan dus bij haar komen en zij geeft feedback welke eerste indruk je nalaat en hoe je die eventueel kan verbeteren. Er zijn ook mensen, wederom vrijwilligers, vaak mensen die zelf jarenlang werkgever zijn geweest voor ze op pensioen gingen, die je advies geven omtrent je CV, je trainen in een sollicitatiegesprek, enz…

 

Welfare Square winkelEr is ook nog een kringloopcentrum. Iedereen kan daar gebruikte spullen brengen. Kleding, meubels, electronica, … Vaak hebben die spullen nog wat bewerking nodig om weer prima in orde te zijn. Een likje verf, nieuwe knopen, een nieuwe voeding, … Je kan het al raden: vrijwilligers leren die jobs aan mensen die de ervaring en kennis kunnen gebruiken om nadien een echte job te vinden. En de spullen die hersteld worden, komen in de winkel terecht waar je aan echt belachelijk goedkope prijzen deze weer kan kopen.

 

Welzijnswerk en zelfredzaamheid kan overal

 

De kerk doet natuurlijk nog veel meer welzijnswerk dan enkel daar op Welfare Square, maar daar vind je heel veel bij mekaar en leer je op een uur over wat welzijnswerk echt voor ogen moet houden: iemand leren op eigen benen staan en zijn leven weer in handen nemen. Die les is een wijze les voor iedereen, zowel voor wie geeft als voor wie (tijdelijk) hulp nodig heeft.

 

Het principe van zelfredzaamheid als welzijnswerk kan op vele manieren gebeuren. Een voorbeeld om dit te schetsen. Zo heb ik gehoord van iemand uit onze kerk die werkloos was geworden omdat de garage waar hij als technieker werkte, failliet was gegaan. Om het gezin op korte termijn te helpen, besloot de bisschop om tijdelijk financieel bij te springen voor de huur en zo vanuit het vastengavenfonds 2. Maar ook de leden schoten in actie. Er werden in vele gezinnen wat extra gekookt om zo maaltijden te delen, maar het mooiste was, vond ik, dat één van de leden vast stelde dat de ontslagen technieker een droom had om zelf een repair shop voor wagens te beginnen, maar geen startkapitaal had. Daarop bleek al snel dat iemand anders van hun wijk een loods had leeg staan die maar niet verhuurd geraakte omdat het crisis was. De ontslagen man kreeg die loods ter beschikking met de afspraak dat er huur betaald wou worden van zodra zijn zaak voldoende opbracht. Andere leden gingen allemaal eens in hun tuinhuis kijken of ze geen overbodig gereedschap hadden liggen of dat ze misschien als bijdrage één bepaalde tool konden kopen. Kortom, binnen de kortste keren was de repair shop uit de grond gestampt en had de man weer een eigen inkomen en kon hij op zijn beurt weer anderen helpen.

 

Welzijnswerk moet volgens mij dan ook altijd gericht zijn op wat Bert D’hondt omschreef als:

Mensen in armoede verdienen een volwaardige plaats in de samenleving, waar ze zelf hun leven in handen kunnen nemen.

 


  1. Een bisschop is de lokale leider van een unit in de mormoonse kerk, te vergelijken met een pastoor in zijn parochie

  2. Ieder lid van de kerk wordt gevraagd één dag per maand te vasten en het uitgespaarde geld in dit fonds te storten

Tags:

Copyright © 2009-2024 GeensZins All rights reserved. Privacy Policy